Wanneer iemand onduidelijk (rommelig) spreekt en dit uit reacties van zijn omgeving kan opmaken (‘praat eens rustig’). Maar dit moeilijk bewust kan veranderen en toepassen in de dagelijkse spraak en situatie.
Vaak is het een combinatie van de volgende factoren: een slappe uitspraak, hoog spreektempo, in elkaar schuiven van woorden, woorden niet volledig uitspreken, lettergrepen overslaan, herhalen van woorden en klanken, gebruik van stopwoorden en/of starters, veel versprekingen, goed beginnen en dan sneller gaan, zachter worden, lettergrepen overslaan, monotoon spreken of steeds eenzelfde intonatiepatroon, moeilijkheden met het formuleren van gedachten (ook schriftelijk).

Oorzaak
Een in aanleg zwak taalgevoel. Een zwakke luistervaardigheid. Moeilijk beoordelen van het eigen spreken (feedback) waardoor men zichzelf niet corrigeert.

Gevolg
Een slechte verstaanbaarheid die de communicatie tussen spreker en luisteraar bemoeilijkt. Bij kinderen kan dit leiden tot gedragsproblemen. Ook bij volwassenen heeft een verminderde verstaanbaarheid invloed op het contact met anderen. Een minder duidelijke presentatie heeft gevolgen voor de overdracht van informatie. Bij beroepskeuze of solliciteren kan dit een rol spelen.

Logopedie
De logopedist doet onderzoek en maakt een (video)bandopname om inzicht te geven in de oorzaak van het onduidelijke spreken. De logopedist geeft luister- en articulatietraining, oefeningen voor vertraging van het spreektempo en verbeteren van de intonatie. Belangrijk is het stimuleren van de eigen feedback op het spreken.

Bron: NVLF