Wanneer ná het wisselen van de voortanden nog sprake is van duim- of vingerzuigen, voortdurend de mond open staat en/of er sprake is van afwijkend slikken met het persen van de tong tegen of tussen de tanden. Vaak ligt de tong ook tijdens rust en spreken zichtbaar tussen de tanden. Afwijkende mondgewoonten Ermelo Logopediepraktijk

Oorzaak

  • Niet altijd aanwijsbaar
  • Gewoontevorming

Soms is er in aanleg een verstoord evenwicht tussen de groei van de kaak en het gebit en de plaatsing van de tong in de mond. In samenhang met een syndroom, zoals het syndroom van Down. Bij neurologische aandoeningen (hersenbeschadiging, spierziekten).

Gevolg
Bij:

  • Duim-, vinger- of speenzuigen
  • Scheefgroei van het gebit kan soms optreden.
  • Open mondhouding
  • Droge mond, waardoor de buis van Eustachius te weinig gereinigd wordt, omdat er minder wordt geslikt. Dit vergroot de kans op middenoorproblemen. De tong ligt slap tegen of op de ondertanden en tongheffing, waaronder die voor de articulatie van spraakklanken, wordt onvoldoende actief uitgevoerd. Scheefgroei van het gebit.
  • Afwijkende slikgewoonten
  • De tong wordt krachtig tegen de tanden geduwd. Scheefgroei van het gebit. Verkeerd spreken kan een gevolg zijn van afwijkende mondgewoonten. De tong is gewend tegen de tanden te komen. Bij de t, d, n, l, s of z is dit zichtbaar en soms hoorbaar (slissen).

Logopedie
De logopedist oefent de houding van lippen, tong en kaak en de bewegingen ervan, de mondsluiting is rust en de ademing door de neus. Er wordt een goede manier van slikken aangeleerd en er wordt articulatietraining gegeven.

Bron: NVLF